183 dagen regeling

Bijna iedereen die wel eens in het buitenland heeft gewerkt, of mensen die je voor werk naar het buitenland hebt gestuurd heeft wel eens van de 183 dagenregeling gehoord. Deze naam is ontstaan in de loop der tijd, maar de naam leidt vaak tot misverstanden. Daarom leggen we in dit artikel precies uit wat deze regeling inhoudt.

 

183 dagenregeling, hoe werkt dit?

De 183 dagen regeling is een onderdeel van belastingverdragen die onderling is afgesloten door verschillende landen om dubbele belasting op inkomen te voorkomen. Binnen Europa zijn de belastingverdragen gebaseerd op het OESO modelverdrag (hiermee is het raamwerk identiek), maar kunnen landen wel onderling specifieke afspraken maken, zo is er bijvoorbeeld een compensatieregeling en ook tussen Nederland en Duitsland.

De regeling staat in het artikel dat gaat over “inkomen uit niet zelfstandige arbeid”.

Vele internationale consultants en opdrachtnemers komen in Nederland werken voor hun eigen bedrijf. Dat is normaal gesproken geen probleem, maar dit zou een probleem kunnen worden wanneer je niet weet wat de 183 dagenregeling precies inhoudt. Heel veel internationale werknemers nemen aan dat als ze minder dan 6 maanden in een land werken, zij niet als ingezetene zullen worden aangemerkt voor de belastingen. Dit is in Nederland niet het geval.

De 183 dagenregeling is alleen van toepassing wanneer de werkgever een niet Nederlands bedrijf heeft. In November 2017 maakte het Nederlandse Hof duidelijk wat het verschil is tussen een formele en een materiële werkgever.

Het Hof heeft besloten dat de 183 dagenregeling niet toegepast kan worden op een Belgisch payrollbedrijf die Belgische werknemers detacheerde bij een Nederlands bedrijf. Als materiële werkgever werd het Nederlandse bedrijf eindklant aangemerkt, en niet het Belgische payrollbedrijf. Onder deze omstandigheden zijn de Nederlandse payrollbelastingen verschuldigd vanaf de eerste dag.

Voor veel werknemers is het de oplossing om als niet-ingezetene bij de Nederlandse Belastingdienst in te schrijven met een eigen bv. Deze aanpassing is relatief klein en de registratieprocedure is vrij simpel. Wanneer jouw bv een geldig EU-btw nummer heeft, zou je deze ook als voorheen aan kunnen houden.

Ook zal je moeten verzekeren dat jouw werkrelatie wordt geclassificeerd als zelfstandige arbeid en niet als loondienst. Het is een groot risico als je als werknemer wordt gezien voor belasting gerelateerde zaken. Wanneer je werkt onder een manager dan gebeurt dit op ongeveer dezelfde wijze als andere teamleden die in loondienst zijn. In een situatie zoals dit zal iedereen in deze arbeidsrelatie (waaronder de cliënt en het detarcheringsbureau) volgens de Nederlandse Wet Ketenaansprakelijkheid aansprakelijk worden geacht voor niet betaalde loonheffing en BTW van je bv.

Je kunt voorkomen om als loonwerker aangemerkt te worden door een modelcontract dat jouw loonbelastingstatus en payrollverplichtingen verklaart. Dit omvat het registreren van jouw bv bij de Nederlandse Kamer van Koophandel als niet-ingezeten entiteit (dus het gebruik van je zakelijke adres in je thuisland). Je zult dan ook een BSN nummer voor niet ingezetenen nodig hebben en een beroepsaansprakelijkheidsverzekering.

Berekenen 183 dagen regeling

Per verdrag zijn er verschillen met betrekking tot de periode waarbinnen de 183 dagen berekend moeten worden: Soms moet gerekend worden per kalenderjaar, per belastingjaar of per 12 maanden. Dit gaat altijd om verblijfsdagen.

Als niet aan alle drie de voorwaarden voldaan kan worden, moet er dus in het buitenland belasting betaald worden. Soms is dit al vanaf de eerste werkdag. Gebeurt dit niet, dan kan het zijn dat er naheffingen en boetes in rekening worden gebracht en natuurlijk de nodige correcties in de salarisadministratie en de belastingaangiftes in de betrokken landen.

De meeste bedrijven gaan ervan uit dat, wanneer medewerkers minder dan 183 dagen in het buitenland werken, zij in dat land dus geen belasting hoeven te betalen. Hieronder zie je een aantal voorbeelden van situaties waar niet aan alle 3 de voorbeelden werd voldaan, met belastingafdracht in het buitenland als gevolg:

  • Een bedrijf uit Duitsland zegt dat zijn werknemers hooguit 4 maanden in Nederland werken en dus niet belast zijn in dat land (want minder dan 183 dagen werkzaam). Echter, bij in-/uitlening ontvangt de Nederlandse inlener vaak een factuur voor de gewerkte uren, zodat gesteld kan worden dat de beloning namens een inwoner van het werkland betaald wordt. Zo wordt niet aan de tweede voorwaarde voldaan en is de hoofdregel van toepassing: de werkzaamheden zijn belast in het werkland.
  • Een bouwbedrijf uit België verwacht twee jaar bezig te zijn met een project in Nederland. Het belastingverdrag van België en Nederland geeft aan dat als de duur van de uitvoering van een bouwwerk een termijn van 12 maanden overschrijdt, er sprake is van een vaste inrichting. Zo komt de beloning ten laste van een vaste inrichting in Nederland met een belastingafdracht in Nederland tot gevolg. De genoemde termijn van 12 maanden kan overigens in voorkomende gevallen langer of korter zijn.

Inhoudsopgave